Loslaten gaat niet vanzelf. De tak in de grote vaas naar de kleine,
verbeeldt het loslaten,
maar toch onlosmakelijk met elkaar verbonden.
In de hoogte de tak van de wederkerigheid.
Onontkoombaar is de weg naar het kruis!
De liturgische kleur rood is voor de intrede, en paars voor het
passiedeel.
De schikking symboliseert de voetwassing met een kruik water en een opgerolde doek, en het Laatste Avondmaal met een tros
druiven en een broodje; de witte viooltjes staan voor nederigheid: niet heersen, maar dienen, en de klimop voor Gods trouw.