Kerstspel "De keizer wil een kerstverhaal" - Kerstmorgen, 25 december 2023
Op Kerstmorgen werd er deze keer een kerstspel opgevoerd o.l.v. Ruth Hanemaayer (die toneelles geeft en ook op de Startzondag aanwezig was),
waarvoor men zich vantevoren kon opgeven om erin mee te spelen.
Het was gebaseerd op een verhaal van de kinderboekenschrijver Paul Biegel. Acht meisjes en een volwassene deden eraan mee.
Drie lakeien komen op, en zijn druk aan het poetsen, alles moet schoon.
Ze rollen vervolgens een rode loper uit, waarover de keizer komt aanlopen en op zijn hoge troon gaat zitten (in dit geval de preekstoel).
De keizer beveelt op barse toon dat hem het kerstverhaal moet worden verteld.
De lakeien en ander personeel bedenken van alles, maar niets vindt hij goed genoeg.
Vorig jaar had hij een levende kerstboom besteld, zijn lakeien moesten een meisje helemaal versieren als kerstboom en zij moest een hele avond op één been blijven staan. Nu wil de keizer geen kerstboom, maar HET kerstverhaal.
De lakeien zoeken in boeken naar het kerstverhaal, maar het bevalt de keizer niet.
Ook de kerstman met zijn rendierslee kan 'm niet bekoren.
De lakeien worden door de keizer in de hoek gezet.
Dan beveelt hij z'n lijfwachten om het kerstverhaal voor hem te vinden, maar dat lukt ze ook niet, ze worden weggestuurd.
Ook het kerstverhaal over Jozef en Maria en het Kind in de stal, en de herders, vinden geen genade bij de boze keizer.
Kerstliedjes kan hij ook niet waarderen, hoe mooi ook gespeeld op de trompet door deze jongelui.
Hij zet al z'n personeel in een hoek of met het gezicht tegen de muur.
Dan verschijnt er een oude soldaat. Hij heeft honger, en hoopt onderdak te krijgen en iets te eten in de keuken. De keizer wil hem wegsturen, maar bedenkt zich.
"Vertel me het kerstverhaal," zegt hij. De soldaat antwoordt, dat hij dat niet kan vertellen, alleen dat van zijn eigen moeilijke leven vol strijd en ontberingen.
Geen verhaal over engelen en herders met schaapjes.
Maar dan spreekt hij de keizer aan op zijn gedrag, dat hij z'n onderdanen beveelt en met hun neus tegen de muur zet.
"Het kerstverhaal," zegt hij, "ging ook over een keizer, en wel de Allerhoogste, die van zijn troon afkwam om mens te worden onder de mensen.
Dat zou u ook moeten doen, kom van uw troon af en word mens onder de mensen!"
Dit maakt de keizer ontzettend kwaad - hij zegt dat de soldaat moet verdwijnen, in looppas!
Maar deze strompelt langzaam weg, wat de keizer ertoe brengt om 'm te willen slaan en schoppen, hij holt 'm achterna, maar de afstand tussen beiden wordt alleen maar groter. De keizer gooit z'n hermelijnen mantel af om harder te kunnen lopen. De soldaat verdwijnt uit beeld, en de keizer krijgt 't koud zonder z'n mantel.
Hij roept om z'n mantel, maar er komt niemand; hij struikelt en valt in de modder, naar blijkt over de oude jas van de soldaat die op de grond ligt.
"Ai, ik ben van mijn troon gevallen!" zucht de keizer; hij heeft 't zo koud dat hij de oude soldatenjas maar uitklopt en aantrekt, en terugstrompelt naar het paleis.
Daar staan de bedienden nog steeds tegen de muur en in de hoek, en kijken voorzichtig om, als de keizer terugkomt, in die oude versleten jas.
Maar de keizer is eindelijk tot andere gedachten gekomen. Hij zegt, tot ieders verbazing:
"Het is kerstavond. Ik wens het feest met jullie allen aan één tafel te vieren en ik zal zelf het kerstverhaal vertellen."
En wat was dat verhaal? Dat weet iedereen die zelf ooit van z'n troon is gevallen...
Hier alle spelers op een rij. Er volgde natuurlijk een groot applaus, en ze kregen ook allemaal nog een presentje.
Tijdens en ook na afloop van de dienst was er voor iedereen wat lekkers.