Koffieochtend 60-plus, donderdag 10 oktober 2013, met als thema:
Tijd.
Ds. H.F. de Vries uit Ternaard, PKN predikant te Dokkum, hield een lezing over dit onderwerp, waar iedereen mee te maken heeft, jong en oud.
Nadat de aanwezigen een kopje koffie of thee had gekregen, opende
Wil Mud, onze ouderling, de ochtend met het lezen van een tekst uit ons nieuwe liedboek.
Ds. H.F. de Vries aan het woord
Tijd heeft vele kanten, en wordt in verschillende tijden (!) en op verschillende plaatsen anders ervaren, althans, er wordt anders mee omgegaan. Ouderen beleven de tijd anders dan jongeren, het leven lijkt wel steeds sneller te gaan.
Tegenwoordig wordt, vooral in westerse landen, in het algemeen nogal haastig geleefd. Hierdoor heeft men steeds vaker "geen tijd", een excuus dat heel veel wordt gehoord en waar weinig tegenin te brengen valt.
De techniek stelt mensen in staat om bepaalde dingen steeds sneller te doen, maar inplaats van tijd over te houden, versnelt men zelf, het tempo wordt steeds hoger, en "flitsend" is tegenwoordig het toverwoord terwijl dingen van vroeger (o.a. films) als traag en daardoor saai worden ervaren.
Kinderen van nu kijken niet graag meer naar bijv. Swiebertje, terwijl dat zo'n 50 jaar geleden een zeer populair "kinderuurtje" was op de televisie.
Dat er zoveel meer "vaart" in het leven is gekomen, heeft niet alleen positieve kanten. Ds. De Vries opperde, dat er misschien wel verband is tussen dit versnelde tempo en de vele gedragsmoeilijkheden die men tegenwoordig bij kinderen signaleert.
Uiteindelijk hebben de mensen van nu nog dezelfde hersencapaciteit als die van een halve eeuw geleden, maar nu wordt er dus veel meer van gevraagd, eigenlijk meer dan men aankan.
Men "flitst" van het ene onderwerp naar het andere, waardoor er minder van blijft hangen en oppervlakkigheid troef is.
Conflicten worden ook vaak niet uitgepraat, daar heeft men dan ook "geen tijd" voor. Dat het aantal echtscheidingen is toegenomen, zal ten dele zijn oorzaak hebben in het langs elkaar heen leven van echtparen, vooral als men elkaar zelden treft door verschillende werktijden in banen buitenshuis, men vervreemdt van elkaar door het "gebrek aan tijd".
Toch, als men iets echt graag wil, neemt men er meestal wèl tijd voor.
"Geen tijd" voor een bepaald bezoek of vrijwilligerswerk heeft vaak een ondertoon van "geen zin".
Waar in onze streken mensen vaak zo vlug moeten of dit zelf willen, en sommigen geneigd zijn om altijd ergens vroeger te verschijnen dan afgesproken, is dit in bepaalde landen totaal anders.
Bijvoorbeeld in Afrika. Ds. De Vries vertelde, dat zijn zuster werk deed in Nigeria, waar hijzelf toen ook heen is geweest.
Het viel op, hoe groot de tegenstelling was met de West-Europese manier van leven.
Men had een afspraak met een gezelschap, dat op een bepaalde avond langs zou komen, en ook een maaltijd gebruiken. Dus werd er (toch al wat moeilijk in vrij primitieve, hete omstandigheden) eten bereid. Zo rond zes uur, zoals bij ons in Nederland, verwachtte men toch wel dat de gasten er zouden zijn - maar nee; na een hele avond wachten kwam er NIEMAND.
Dit betekende echter niet, dat het bezoek er geen zin in had en ervan afzag - nee, die mensen stonden twee of drie dagen later toch voor de deur. Toen werd het eten maar uit de koelkast gehaald, en weer opgewarmd - beter laat dan nooit.
Rond een uur of half 11 was er pauze, men kreeg weer koffie of thee, en een plak lekkere cake.
Na de pauze kwam vooral ook aan de orde, of mensen tijd hadden voor God. Sommigen gaan niet meer naar de kerk "omdat ze geen tijd hebben", bijvoorbeeld. Of ze nemen nooit de tijd voor bezinning, voor bidden tot of denken aan God.
Maar God bepaalt de tijd die de mens wordt toegemeten. Of toch niet? Tegenwoordig worden de meeste levens "kunstmatig" beëindigd, vooral in het ziekenhuis. Niet alleen door echte euthanasie, maar ook door het besluiten tot stoppen met een behandeling, als het levenseinde toch in zicht is en men niet veel meer van de kwaliteit van leven verwacht.
Hierop ontspon zich een discussie over het beëindigen, maar ook het kunstmatig rekken van leven, waardoor het levenseinde "mensenwerk" wordt.
Nu en dan werd er geroepen, dat dit eigenlijk niet meer over het onderwerp Tijd ging, doordat er allerlei ethische en politieke kwesties aan de orde werden gesteld. Ds. De Vries echter had hiertegen geen bezwaar, hij had zelf het onderwerp levensbeëindiging genoemd.
Ook stelde hij, dat lijden bij het aardse leven hoort, en zelfs in de vroeg-christelijke kerk als heiligend ervaren werd. In de rooms-katholieke kerk wordt dit nog steeds als zodanig beschouwd.
Dit gaf ook weer aanleiding tot de nodige opmerkingen, over verzachting van lijden, en over het lijden dat Christus al voor ons op Zich genomen heeft.
Ook kwam ter sprake, dat veel mensen in het verleden leven, of juist in de toekomst, en voorbijgaan aan de dag van vandaag, aan de dingen die nu aan de orde zijn.
Ds. De Vries zei, dat er van ons als christenen verwacht wordt, dat wij vooral in het hier en nu leven; dit is ook terug te vinden in het Onze Vader: "...geef ons heden ons dagelijks brood," waar het dus niet gaat om het brood van morgen en overmorgen - leef vandaag, de toekomst heeft zijn eigen zorgen.
Het leven op aarde is Bijbels gezien altijd maar kort - zelfs al duurt het honderd jaar. Met het geloof in een leven na dit leven, waarin alles goed zal zijn, en dat voor altijd en in eeuwigheid voort zal duren, is de aardse tijd maar een ademtocht.
Tenslotte, na de afronding van deze beschouwing over de tijd, bedankte ds. J. Abbink ds. H.F. de Vries, en overhandigde hem een envelop en een boeketje bloemen.
Het behoorlijk grote gezelschap (in totaal waren er 28 mensen, inclusief ds. De Vries zelf) had het een mooie, interessante ochtend gevonden.
Ds. De Vries staat ook als gastspreker op de agenda van de christelijke vrouwengroep in Tytsjerk, waar hij een lezing hoopt te houden over "Ons levenseinde in het licht van de Bijbel".