Koffieochtend 60-plus op 3 februari 2015 :  Hartreanimatie.


Gastspreker op deze ochtend was Jan Berend van Elp, een broer van onze ouderling Wil Mud-van Elp.
Hij is werkzaam op de Intensive Care van ziekenhuis De Tjongerschans in Heerenveen. Hij geeft via de Hartstichting reanimatielessen, en daar ging zijn verhaal op deze ochtend ook over.


Jan Berend van Elp aan het woord. Rechts zijn zus Wil Mud-van Elp


Het gezelschap aan de koffie. Er waren 18 aanwezigen

       
Men luisterde met veel belangstelling                

Bij reanimeren denkt men tegenwoordig meteen aan een AED-apparaat. Sommige mensen hebben een opleiding gevolgd om zo'n ding te gebruiken, maar degenen die er nooit iets mee te maken hebben gehad weten meestal niet hoe het werkt.
Een misverstand is, dat men tegenwoordig geen mond-op-mondbeademing en hartmassage meer zou hoeven toepassen, omdat de AED meteen de oplossing biedt. Niets blijkt minder waar - de persoon in kwestie moet continu worden behandeld tot de AED-schok wordt gegeven; dat betekent dus, dat de hartmassage gewoon door moet gaan terwijl iemand anders de twee plakkers met contactpunten van de AED op de patiënt op de juiste plekken aanbrengt - onder het rechtersleutelbeen en de linkeroksel. De AED geeft gesproken instructies, en geeft in de meeste gevallen ook aan wanneer een druk op de schokknop mag worden gegeven. Dit moet zeker niet willekeurig gebeuren, er moet nog een bepaalde hartactiviteit, kamerfibrilleren, met het apparaat waarneembaar zijn wil dit zin hebben. Ook moeten de behandelaars even afstand van de patiënt houden tijdens en kort na de schok, omdat ze anders zelf geëlektrocuteerd kunnen worden.
Bij het inroepen van hulp bij een reanimatie moet dit er bij het bellen van 112 ook altijd worden bijgezegd, omdat er twee verpleegkundigen nodig zijn bij een reanimatie - dus moeten er 2 ambulances komen, omdat die elk een chauffeur en 1 verpleegkundige aan boord hebben.
Degene die eerste hulp verleent - in dit geval bijv. hartmassage - moet iemand anders eropuit sturen met de boodschap: "Bel 112, vertel dat het om een reanimatie gaat, dat er een AED nodig is, en kom bij me terug om te vertellen hoe het gesprek is verlopen." Ook moet er in de eerste plaats worden gezorgd voor een veilige situatie - dat het slachtoffer en de hulpverlener(s) zich niet bijv. op een rijweg bevinden, zodat ze aangereden kunnen worden. In geval ze daar niet weg kunnen, moet het verkeer worden omgeleid.


    Demonstratie van de AED (= Automatische Externe Defibrillator)

Reanimatie helpt tegenwoordig in ongeveer 25% van de gevallen, met de uitvinding van de AED is dit veel meer geworden dan voorheen. Hiervan herstelt het overgrote deel, zo'n 4% blijft ernstig gehandicapt, en dat is waar veel mensen bang voor zijn en vaak de reden om niet gereanimeerd te willen worden. Jonge mensen hebben aanmerkelijk betere kansen dan ouderen.
Na de demonstratie van de reanimatie, volgden er nog een paar korte onderwerpen. Eén daarvan was wat te doen bij dreigende verstikking door verslikken in voedsel of een voorwerp. Het slachtoffer op een stoel laten plaatsnemen, bij een schouder pakken en met de andere hand vrij krachtig tussen de schouderbladen op de rug slaan, is één methode, maar wat vooral ook veel wordt toegepast is de Heimlich-greep.

   
De Heimlich-greep, om verstikking na verslikken te voorkomen; het "brok" moet door het pijpje op de rode zak naar buiten schieten

Dan slaat de helper van achteraf de armen om het middel van het slachtoffer, drukt een vuist in de maag, legt de andere hand daarbovenop en trekt met een stevige ruk de vuist aan zodat de maag wordt ingedrukt en hierdoor de blokkade uit het keelgat naar buiten schiet. Dit konden de aanwezigen zelf proberen, met een kunststof dummy (een rode zak met een pijpje bovenaan, als het ware een uitwendige maag met slokdarm) die iemand omgegespt kreeg - het viel nog niet mee. Er is zeker enige kracht, maar vooral behendigheid voor nodig. Mensen met een grote omvang zijn op deze manier vaak niet te helpen, omdat de armen van de helper eenvoudig te kort zijn om het lichaam te omvatten.
Uiteraard kwamen er de nodige verhalen los over mensen, die zich veel verslikten en soms in (bijna) noodsituaties terechtkwamen - het komt meer voor dan je zou denken.

   
Stabiele zijligging

Ook werd gedemonstreerd hoe iemand in stabiele zijligging kan worden gebracht, wat voorkomt dat men stikt, in de tong die door de bewusteloze toestand in de keel zakt, of in braaksel. Eerst het hoofd opzij, dan een arm opzij in dezelfde richting, dan de andere dezelfde kant op, onderlangs het hoofd; dan het verste been bij de voet gepakt, deze omhoog geschoven zodat de knie buigt en omhoog komt, dan het been zo hoog mogelijk bij de knie gevat, die als hefboom wordt gebruikt bij het opzijdraaien van de onderkant van het lichaam.
Na afloop van de interessante uitleg, bedankte zus Wil haar broer Jan Berend, en overhandigde hem een envelop met inhoud.
Hierna werd er door sommigen nog wat informeel nagepraat, onderling en met de gastspreker. De meesten van de 18 aanwezigen hadden heel wat opgestoken van zijn interessante verhaal.


Wil Mud-van Elp bedankt haar broer namens alle aanwezigen